De verhuiskostenvergoeding bij renovatie verduidelijkt.
Oei… u verhuurt al jaren een woning. Een woning die nu toch echt gerenoveerd moet worden. Uitstel is niet meer mogelijk, dat weet u. Ook weet u dat die renovatie zo ver gaat, dat uw huurder tijdelijk moet verhuizen. Die kan namelijk tijdens de werkzaamheden echt niet in de woning blijven wonen. Hoe zit het dan met de verhuiskostenvergoeding? Moet u die echt betalen? En wat als uw renovatieplannen eigenlijk niet zó ver gaan dat uw huurder daarvoor moet verhuizen, maar uw huurder heeft gevraagd om extra werkzaamheden uit te voeren. Werkzaamheden waaraan u graag wilt meewerken, omdat ze het woongenot vergroten. Deze maken een verhuizing echter wel noodzakelijk. Hoe zit het dan met de verhuiskostenvergoeding? Moet u die dan ook betalen? In het laatste geval is die verhuizing namelijk het directe gevolg van de vrije keuze van uw huurder. Toch?
Verplichting
De verplichting tot het betalen van een verhuiskostenvergoeding bij renovatie van woonruimte is geregeld in artikel 7:220, lid 5 tot en met 7 van het Burgerlijk Wetboek. In deze artikelen is geregeld dat als een huurder van een zelfstandige woonruimte moet verhuizen vanwege renovatie, de verhuurder aan de huurder een tegemoetkoming moet betalen. Deze tegemoetkoming heeft betrekking op de verhuis- en inrichtingskosten van de huurder.
Volgens de Hoge Raad zijn renovatiewerkzaamheden werkzaamheden die het woongenot verhogen als gevolg van vervangende nieuwbouw dan wel als gevolg van gedeeltelijke vernieuwing van de bestaande woning door middel van een (fysieke) verandering of toevoeging. Het gaat dan overigens niet om een vergoeding van de werkelijke verhuis- en inrichtingskosten. De minister stelt namelijk de hoogte van deze tegemoetkoming elk jaar voor 1 maart vast. Voor 2017 is deze bijdrage vastgesteld op een bedrag van € 5.910,00.
Reikwijdte
Aangezien er in de praktijk toch nog discussie bestond rondom de reikwijdte van deze verplichting, zijn in 2015 prejudiciële vragen aan de Hoge Raad gesteld. Deze vragen heeft de Hoge Raad op 22 april 2016 beantwoord. Daarmee heeft de Hoge Raad een aantal zaken verduidelijkt. Om te beginnen heeft de Hoge Raad dus bepaald dat deze artikelen van dwingend recht zijn. Er mag dus niet van worden afgeweken. Doet u dat toch, dan is die afwijking nietig. Hij geldt dus niet.
Moet een huurder verhuizen vanwege renovatiewerkzaamheden, dan bent u als verhuurder de door de minister vastgesteld tegemoetkoming aan de huurder verschuldigd. Ongeacht op wiens initiatief de renovatie plaatsvindt. Daarover was de Hoge Raad ook duidelijk. Werkt u als verhuurder dus mee aan een verzoek van uw huurder om de woning te renoveren, dan bent u dus verplicht de verhuiskostenvergoeding te betalen als de renovatiewerkzaamheden tot verhuizing dwingen. Daar moet u zich dus wel van bewust zijn als u instemt met het verzoek van uw huurder
Let op
Renovatiewerkzaamheden zijn géén dringende werkzaamheden! Is sprake van werkzaamheden die bij uitstel tot extra kosten of tot schade of nadeel kunnen leiden, dan bent u de verhuiskostenvergoeding niet verschuldigd. Voor deze dringende werkzaamheden geldt de verplichting een verhuiskostenvergoeding te betalen namelijk niet. Hoe zit dat bij een combinatie van werkzaamheden? Is er sprake van groot onderhoud (combinatie van renovatie- en dringende werkzaamheden), dan bent u de verhuiskostenvergoeding alleen verplicht te betalen als de verhuizing vanwege de renovatiewerkzaamheden noodzakelijk is. Is de verhuizing alleen noodzakelijk vanwege de dringende werkzaamheden, dan geldt die verplichting dus niet. Voor u als verhuurder is het dus bij groot onderhoud van groot belang om de werkzaamheden op de juiste manier te kwalificeren en vast te leggen.
Recent geplaatst in de kennisbank
Geen toevoeging
Denkt u in aanmerking te komen voor gefinancierde rechtsbijstand (toevoeging) of denkt u daar recht op te hebben, dan verwijzen wij u graag door naar Het Juridisch Loket. Wij zijn namelijk niet aangesloten bij de raad van rechtsbijstand als kantoor dat deze toevoegingen mag doen.